Dag Tim!
Je had moeten omschrijven dat mensen weinig haar hebben i.p.v. dat wij steeds minder haar krijgen. (Hoe kom je erbij dat er op dit gebied nog selectie plaats vindt?)
Je begint te speculeren dat mensen met haar minder aantrekkelijker gevonden zouden worden of vatbaarder voor ziektes. Wat moet ik mij daarbij voorstellen? En neem mij deze woorden maar niet kwalijk, maar ik moet zeggen dat dit wel een van de meest onlogische verklaringen is, die ik op dit gebied ben tegengekomen.
Om de werkelijke redenen te achterhalen moeten wij niet gaan speculeren, zoals antropologen en paleontologen doorgaans doen, maar een logische verklaring vinden. Er bestaat trouwens een regel in de logica die stelt dat als je iets over de waarheid te weten wilt komen, je dat zoveel mogelijk moet vereenvoudigen. We moeten dus koste wat het kost nauwkeurig zijn wat betreft onze prehistorie en ons dus principieel afzijdig houden van speculaties. Dan hebben wij meteen een streepje voor op gerenommeerde antropologen wiens hoofden toch vol zitten met dogma's.
De eenvoudige en logische (en juiste) reden voor onze relatief haarloze lichamen is dat onze voorouders gedurende lange tijd in een erg heet gebied leefden. (Elke andere reden is veel ingewikkelder).
Een gebied dat zelfs nog heter is dan Afrika, waar onze neefjes, de chimpansees, het nooit een voordeel vonden om hun bontjasjes uit te doen.
De bewijzen dat onze soort een lange tijd in een heet gebied heeft doorgebracht zitten in ons. Namelijk onze zweetklieren. Ten gevolge daarvan kan de mens veel hogere temperaturen weerstaan dan enige apesoort.
De saunabaden, die wij voor ons plezier nemen, zouden een snelle dood betekenen voor een chimpansee - en trouwens voor bijna elke andere diersoort. Kenmerken zoals zweetklieren ontstaan niet toevallig. Alleen nuttige kenmerken ontstaan door evolutie.
Zo eenvoudig ligt dat.
Vr.gr.,
Michael.